Er zijn bureau's gespecialiseerd in het vaststellen van iemands zogenaamde restcapaciteit na een ongeluk. Deze bureau's beantwoorden de vraag in hoeverre iemand na een ongeluk nog kan werken.

In dit geval test het bureau de drogist op wat hij nog wel kan. Die testen gebeuren met allerlei toestellen en apparaten, die van de verschillende ledematen en functies van het lichaam kunnen meten wat ze nog aan kunnen. Het bureau stelt zo'n test op en voert haar daarna uit aan de hand van het medische rapport. Want in het medische rapport staat immers welke lichamelijke beperkingen de drogist voortaan zal hebben.Uiteindelijk maakt dit bureau een rapport op, waarin vermeldt staat wat de drogist voortaan niet meer zal kunnen en welke gevolgen dat voor zijn werk zal hebben.

Bijvoorbeeld dat de drogist niet meer achter de toonbank zal kunnen blijven staan. Maar dat hij nog steeds de inkoop en de administratie kan doen. En dat hij ook nog kan auto rijden.