Staat van de gehuurde woning

In het huurcontract staat standaard de bepaling opgenomen, dat de huurder het gehuurde aanvaardt in goede staat van onderhoud en zonder gebreken. Bij de aanvang van de huur wordt een inspectierapport opgemaakt, waarin eventuele manco’s of klachten worden vastgelegd. Het is voor een huurder van belang de huurwoning bij aanvang kritisch te inspecteren en al zijn op- en aanmerkingen te laten vastleggen in het inspectierapport. Aan het einde van de huur zal hij daarop namelijk afgerekend worden.

Hij moet als hij de woning verlaat die in goede staat opleveren en alleen met manco’s en dergelijke, die in het inspectierapport bij de aanvang van de huur zijn vermeld, wordt rekening gehouden. In dit verband is ook van belang hoe om te gaan met het overnemen van wijzigingen en aanpassingen, welke door de voorgaande huurder zijn aangebracht.

Daarmee dient men voorzichtig te zijn. Als het gaat om aanpassingen e.d., die normaal gesproken door de oude huurder hersteld hadden moeten worden, dan neemt de nieuwe huurder dien herstelplicht over, en moet dus, als hij zelf de woning weer verlaat voor dat herstel zorgen. Dat kan erg kostbaar worden. Soms is het mogelijk om vooraf met verhuurder overeen te komen, dat de herstelplicht bij overname komt te vervallen. Het is zaak dat dan schriftelijk vast te leggen in het inspectierapport.

Ook in de wet is vastgelegd, dat er van uitgegaan wordt, dat de woning in goede staat van onderhoud verkeert en onbeschadigd is. Dit zo genoemde rechtsvermoeden brengt met zich mee, dat de bewijslast van het tegendeel bij de huurder ligt.

Onderhoud, herstel en aanpassingen

Op basis van de wet en de algemene voorwaarden staat redelijk goed vast, welke onderhoudswerkzaamheden voor rekening van huurder zijn, en welke voor rekening van verhuurder. De wet zegt, dat kleine en dagelijkse reparaties en onderhoud voor rekening van huurder zijn, groot onderhoud voor rekening van verhuurder. In de algemene voorwaarden staat in de regel vrij uitvoerig omschreven, welke reparaties en onderhoud als klein en dagelijks en voor rekening van de huurder worden beschouwd.

Als er noodzakelijke verbeteringen aan de woning moeten worden uitgevoerd, lopende de huurovereenkomst, dan kan de huurder afdwingen, dat de verhuurder die uitvoert, maar wel onder de voorwaarde, dat de huurder bereid is een hogere huur te gaan betalen. Natuurlijk kan die hogere huur ook weer getoetst worden door de Huurcommissie.
Als de verhuurder zelf onderhoudswerkzaamheden of renovatie nodig acht, dan moet de huurder aan de uitvoering daarvan mee werken. Indien daardoor het huurgenot ernstig wordt aangetast, dan heeft de huurder recht op compensatie in de vorm van een gereduceerde huurprijs.

Mocht de verhuurder in gebreke blijven met het uivoeren van noodzakelijke herstel- of onderhoudswerkzaamheden, dan mag de huurder dat zelf doen en de kosten bij de verhuurder in rekening brengen, en eventueel in mindering brengen op de huur.
Huurder moet wel zorgen, dat hij goed gedocumenteerd is, dus altijd eerst verhuurder bij aangetekend schrijven sommeren om de herstelwerkzaamheden uit te voeren.

Als de huurder veranderingen of aanpassingen in of aan het gehuurde wil uitvoeren, dan moet hij daarvoor eerst de toestemming van de verhuurder vragen.
Verhuurder moet binnen acht weken op een verzoek reageren.
Als het gaat om aanpassingen, die de verhuurbaarheid van het gehuurde niet schaden, dan is de verhuurder verplicht toestemming te geven. Weigert de verhuurder niettemin dan kan de huurder de zaak aan de kantonrechter voorleggen.

Veranderingen en aanpassingen, welke met toestemming van de verhuurder of na verlof van de rechter zijn aangebracht door de huurder hoeven niet bij het einde van de huur weer ongedaan te worden gemaakt.