Wetsvoorstel. Op 27 mei 2008 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Gerechtsdeurwaarderswet aangenomen. In het wetsvoorstel worden er twee onderdelen gewijzigd.
Wetsvoorstel
Op 27 mei 2008 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Gerechtsdeurwaarderswet aangenomen. In het wetsvoorstel worden er twee onderdelen gewijzigd. Enerzijds krijgt de gerechtsdeurwaarder meer bevoegdheden om te informeren naar dienstverbanden van een schuldenaar, anderzijds maken de nieuwe regels het mogelijk om bij derdenbeslag het exploot in de vorm van een elektronisch bericht te betekenen aan de derde.Wat verandert er?
In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden er 4 artikelen gewijzigd en in de Gerechtsdeurwaarderswet 1 artikel. De wetswijziging maar het voor schuldeisers binnenkort makkelijker om vorderingen te incasseren. De schuldeiser die in een rechtszaak zijn vordering krijgt toegewezen van de rechter, krijgt van de griffier een grosse mee. Van alle vonnissen en beschikkingen ontvangen alle partijen een grosse. De grosse is een akte die aan de daarin vermelde persoon het recht toekent met dwangmiddelen de akte ten uitvoer te leggen. Het recht om een vordering uit te voeren wordt ook wel de executoriale titel genoemd.De schuldeiser machtigt de gerechtsdeurwaarder tot het uitvoeren van de vordering als de schuldenaar weigert om het geldbedrag voldoen. Machtigen van de gerechtsdeurwaarder geschiedt door het overhandigen van de executoriale titel. Vervolgens moet de gerechtsdeurwaarder de executoriale titel betekenen aan de schuldenaar. Het betekenen geschied door een exploot uit te brengen aan de schuldenaar. In dat exploot wordt de schuldenaar bekend gemaakt met de executoriale titel en dat de gerechtsdeurwaarder deze zal uitvoeren.
Voor het incasseren van het geldbedrag is de gerechtsdeurwaarder bevoegd om beslag te leggen op de inkomsten van de schuldenaar. Alleen moet bij de gerechtsdeurwaarder bekend zijn waar het inkomen van de schuldenaar vandaan komt. In veel gevallen werken de schuldenaren niet mee en verzwijgen zij de naam van werkgever of van hun uitkeringsinstantie. In zulke gevallen is het op grond van de huidige wetgeving mogelijk om bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering (hierna aangeduid als UWV) na te vragen of de schuldenaar een uitkering ontvangt. Als de schuldenaar gewoon werkzaam is en geen uitkering ontvangt, bestaat er nog de mogelijkheid om bij een handelsinformatiebureau gegevens op te vragen van de werkgever van schuldenaar. Het opvragen van gegevens bij een handelsinformatiebureau geeft niet altijd het gewenste resultaat.
Heef de gerechtsdeurwaarder uiteindelijk toch een vermoeden wie de werkgever van de schuldenaar is, mag hij op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de werkgever benaderen om te vragen of desbetreffende schuldenaar bij hem in dienst is. De werkgever is verplicht om antwoord te geven op de vraag. Het komt nog wel voor dat de gerechtsdeurwaarder niet weet wie de werkgever van de schuldenaar is en dat het handelsinformatiebureau hem ook geen antwoord kan geven. In zulke gevallen is het niet mogelijk om beslag te leggen om het inkomen van de schuldenaar.
De wetswijziging gaat de gerechtsdeurwaarder het makkelijker maken door één organisatie aan te wijzen die gegevens van de werkgever zal verstrekken aan de gerechtsdeurwaarders als zij hier om vragen. Deze organisatie zal door Onze Minister van Justitie worden aangewezen. In het wetsvoorstel wordt het UWV genoemd als instantie. Bij de inwerkingtreding van de wetswijziging zal bekend worden gemaakt welke organisatie het definitief gaat worden.
Voor gegevens van zowel de werkgever als de uitkeringinstantie kan de gerechtsdeurwaarder bij de nog aan te wijzen organisatie terecht. Door middel van een elektronisch berichtensysteem die speciaal voor deze aanvragen ontwikkeld is, kan gerechtsdeurwaarder eenvoudig een aanvraag indienen. Voor het aanvragen van de gegevens zal er een bedrag van € 2,50 worden berekend. Terwijl het opvragen van gegevens bij een handelsinformatiebureau tussen de € 50,00 tot € 75,00 kost en het niet altijd de gewenste gegevens kan verstrekken. De kostenverlaging is een van de motieven voor het invoeren van de wetswijziging.
Naast de uitbreiding van de informatiebevoegdheid van gerechtsdeurwaarders, wordt de wet uitgebreid met de mogelijkheid om voortaan bij het leggen van derdenbeslag het exploot langs elektronische weg te beteken aan de derde. In dit verhaal is de derde de werkgever of een uitkeringsinstantie, maar een derde kan ook een ander zijn die geld of goederen van de schuldenaar onder zich heeft.
Het elektronisch betekenen is alleen mogelijk als de persoon aan wie het exploot is gericht, kenbaar heeft gemaakt dat hij open staat voor het ontvangen van elektronische beslagexploten. De derde zal bij een organisatie moeten registreren en uitdrukkelijk aangeven dat hij langs elektronische weg te bereiken is. Ook deze organisatie zal door onze Minister van Justitie worden aangewezen en worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Voorgesteld is om de Belastingdienst of de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) aan te wijzen voor de registratie van elektronische adressen. Het systeem waar mee gewerkt gaat worden is ontwikkeld door de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG). De SNG is verbonden aan de KBvG en zal zorgen voor het beveiligde elektronische systeem voor de informatie-uitwisseling tussen gerechtsdeurwaarderskantoren en derden.
Bij Algemene Maatregel van Bestuur zullen er regels worden gegeven over de registratie van de elektronische adressen. Deze regels hebben betrekking op de wijze van opgave van een elektronisch adres, het wijzigen en het afmelden. Er worden eisen in opgenomen over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid waar het elektronisch systeem en het elektronisch bericht aan moeten voldoen en de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een elektronisch exploot kan worden verzonden.
Het registreren voor een elektronisch adres is niet verplicht. Ook het betekenen langs elektronische weg is niet verplicht, zelfs niet als de derde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs elektronische weg bereikbaar is. Net als dat de derde er voor mag kiezen of hij open wil staan voor het ontvangen van elektronische berichten, mag de gerechtsdeurwaarder er ook voor kiezen of hij een beslagexploot elektronisch verzend of dat hij op de traditionele manier op papier een exploot uitbrengt. De registratie van een elektronisch adres is geheel kosteloos. Er moet niet gedacht worden aan een e-mailadres wat wordt opgegeven, maar aan een geavanceerd elektronisch adres. Een gewoon e-mailadres levert namelijk niet dezelfde zekerheid en zeker ook niet dezelfde betrouwbaarheid op. Het adres dat gebruikt gaat worden is een speciaal ontwikkeld adres voor het ontvangen van elektronische exploten. De wetswijziging maakt het alleen mogelijk om aan derden elektronisch afschrift van het exploot te laten en niet aan de schuldenaar zelf.