Hier spreken advocaten met hun cliënten vrijwel nooit over. Het is een van die geheimen, waar het "grote" publiek niets van af weet. Er zijn zelfs advocaten, die die signalen niet herkennen. Dat komt, omdat niet alle rechters zich daaraan te houden. Het gaat hier om signalen, die de rechter door lichaamstaal of indirect geeft.

Signaal 1, wachten op de gang voor de zitting begint.

Het kan voorkomen, dat de rechter nog niet binnen is en dus eerst via de gang, waar u zit, naar binnen gaat lopen. Hij/zij doet dat samen met de griffier. U ziet dan 2 mensen langs komen, met hun toga aan of met hun toga over de arm. Als uw advocaat of de advocaat van de andere partij hen groet, zal alleen de rechter reageren. De griffier loopt gewoon door. De reactie bestaat hierin dat de rechter, die advocaat zal terug groeten, van wie hij/zij op dat moment meent dat zijn partij in zijn recht staat. De andere advocaat wordt niet teruggegroet.

Signaal 2, ter zitting.

Meestal is het zo dat de rechter in woord en gebaar indirect laat merken met wiens standpunt hij/zij het eens is. Bijvoorbeeld hij luistert voorovergebogen en aandachtig naar de advocaat van de tegenpartij. Met zijn standpunt is hij het dan eens. Maar hij luistert achterover zittend en weinig enthousiast kijkend naar uw advocaat. Uw advocaat moet dat signaleren en onmiddellijk proberen alsnog de rechter te overtuigen met nieuwe argumentatie.

De houding van de rechter heeft dus niets te maken met sympathie of antipathie. Het is uitsluitend een signaal aan de advocaten hoe de zaak er voor staat. En dat de rechter nieuwe argumentatie wil horen, wil hij/zij een ander oordeel krijgen.

Bij het weggaan ter zitting

Veel rechters hebben de gewoonte alleen die advocaat te groeten, die ze in het gelijk gaan stellen.

In het algemeen

Toch hoeft die lichaamstaal niet doorslaggevend te zijn. Het is heel goed mogelijk dat de rechter na de zitting toch tot een ander oordeel komt. Bijvoorbeeld, omdat hij merkt dat hij op de zitting een wetsartikel verkeerd uitgelegd heeft. En dat de rechter dat pas na de zitting, als hij het vonnis schrijft, bemerkt.